You do you, the pesto edition
Photos by Tania Díaz Miranda
So, you want to talk about pesto. Het moet een van de eerste dingen zijn die ik kon maken. Of beter gezegd: die ik kon maken met mijn ogen dicht. Pesto leerde me, ergens tussen mijn zeventiende en twintigste levensjaar, dat koken geen exacte wetenschap is. Dat we altijd iets in huis hebben om een lekkere en gezonde maaltijd op tafel te toveren. En dat werd als jongvolwassene zowat mijn ding. Als ik met mijn zus ‘s avonds thuiskwam van school in Gent, of ‘s weekends aan mijn mama’s zijde in de keuken, deed ik niets liever dan de koelkast en voorraadkast opentrekken om te zien wat ik samen kon gooien tot een lekker en voedzaam gerecht.
Pesto, dus. Want daar kwam het vaak van. Mensen denken bij pesto snel aan de klassieke pesto genovese met dat typische aroma van verse basilicum, een ingrediënt dat je - zeker buiten de zomermaanden - niet standaard in huis hebt. Maar als basis van een pesto kan je even goed andere kruiden gebruiken: een restje peterselie, dragon of koriander (met stelen en al). Zelfs die woekerende munt die je ooit in een pot plantte voor mojito’s (anno 2015) blend je tot een frisse pesto die heel goed samengaat met diepvrieserwtjes, lamsvlees of een bol zoute burrata.
Naast kruiden werken bladgroenten ook goed als basis. Ik had eens een zomer een overvloed aan rucola in de tuin en maakte toen rucolapesto aan de lopende band. Een truc die ik nu nog vaak gebruik als ik een grote hoeveelheid pesto wil maken, want een zak rucola met een handje verse kruiden erbij zorgt voor volume en een perfecte smaak. Hetzelfde geldt voor spinazie en boerenkool.
Ook dure pijnboompitten hadden we thuis lang niet altijd in huis en koop ik nu nog steeds maar sporadisch. Budgettip: vervang pijnboompitten in je pesto door walnoten, amandelen, pompoenpitten of - mijn favoriet voor een very creamy pesto - cashewnoten. Je kan dan zeker nog wat pijnboompitten roosteren en ze over je pestogerecht strooien, maar zo bespaar je al wat op volume.
Verder werk ik mijn pesto altijd af met vers citroensap en veel olijfolie - twee dingen die ik altijd wel in huis heb. Parmezaan, pecorino of grana padano zijn een lekkere nice to have, maar ik durf ze wel eens overslaan als ik ze niet heb liggen of het écht budgetvriendelijk wil houden. En ja, ik weet dat je ‘t dan misschien geen echte pesto meer mag noemen, maar je snapt wellicht wel waar ik naartoe wil. You do you, the pesto edition. Of hoe je wellicht altijd iets in huis hebt om een pasta pesto op tafel te toveren.